Friday, November 20, 2009

Herfst.

Opnieuw een blog die begint met excuses. Excuses voor de ellenlange stilte op deze blog.

Mijn laatste maand in Japan heb ik al werkend, reizend en opruimend doorgebracht. Van 19 tot 23 september was er een tweede golden week, the silver week. Dit betekent zoveel als een week vakantie door het opeenvolgen van feestdagen. Kwestie van vakantie als vakantie door te brengen, ben ik van zaterdag tot woensdag naar het noorden van Japan geweest. De reis was ongepland en een nobele poging om met een huurauto op vier à vijf dagen deze noordelijke streek rond te trekken en zoveel mogelijk moois te zien.
Dankzij een geniale overeenkomst tussen Japan en België, kon ik gebruik maken van mijn Belgisch rijbewijs indien het officieel naar het Japans vertaald werd. Zo gezegd zo gedaan: een dag en €25 later waren mijn papieren in orde: Dorien kon legaal autorijden in Japan.

Een paar dagen later was het al zover: zaterdag 17 september. Mijn medereiziger (laten we hem/haar een naam geven voor het gebruiksgemak: Kuifje in het Japans = Tantan) en ik namen iets na de middag de Shinkansen (新幹線)(sneltrein) naar Sendai (仙台), ook wel de hoofdstad van het noorden genoemd. Rond vier uur kwamen we aan, kochten ons een goed stratenplan en trokken richting het bedrijf waar we een Toyota Probox hadden gereserveerd.

Tegen half vijf waren we op weg via Morioka naar Hanawa. Dit is goed 270km ten noorden van Sendai. Eerst reed Tantan en daarna waagde ook ik me aan links rijden. Voor alles een eerste keer. Doch, we arriveerden veilig en wel rond 21u op een service area van de autostrade, op de grens tussen de prefecturen Akita en Aomori. We maakten het gezellig in de auto en gerold in twee slaapzakken gingen we de nacht tegemoet.

De volgende dag werden we om 5u gewekt door de koude en besloten we dan maar om vroeg in de ochtend onze tocht verder te zetten richting het meer van Towada. Een meer met een diepte van 327m op een hoogte van 400m boven zeeniveau.
Gelegen te midden van een bos, tussen nevel en de opkomende zon, woorden waren overbodig. Een heldere blauwe hemel en beginnende koyo (het verkleuren van de bladeren, teken van de herfst) maakte het zelfs nog mooier. We vergrepen ons aan de Japanse nationale sport -foto's trekken- waarna we onze tocht via de oever van het meer verderzetten naar het Noorden.

Rond de middag kwamen we aan in Hirosaki. Het weer was prachtig en zin in wat lichaamsbeweging hadden we wel, waarop ik de auto bestuurde naar de alleenstaande vulkaan op rust, Iwaki-san. Hij is maar half zo hoog als de Fuji-san maar wat betreft schoonheid moet hij zeker niet onderdoen.
Met de auto konden we via de skyline naar een parking op 1200m hoogte. We namen eerst een stukje de stoeltjeslift om dan de laatste honderd meters naar boven te klauteren. Een klein uurtje later bereikten we de top op 1625m en het uitzicht was fan-tas-tisch. De stralende zon, heldere blauwe hemel, wolkjes boven en beneden, uitzicht over bergen en zee, zelfs tot het noordelijkste eiland Hokkaido, beginnende herfst met bijhorende herfstkleuren,... . Een driedubbele wauw. (Ben dan misschien niet veel gewoon, maar toch was het PRACHTIG. Adembenemend.)

Met spijt in het hart moesten we algauw afdalen want de laatste stoeltjeslift was rond 16u. We snelden vermoeid maar voldaan terug naar Hirosaki en van daar naar de stad Aomori. Omdat de vorige overnachting in de auto wat was tegengevallen door de onverwachte frisse nacht, besloten we ergens te overnachten. Het Japanse fenomeen "onsen" is een publieke indoor badplaats waar er kan gedoucht en gebaad worden (meestal mannen en vrouwen gescheiden). Vaak zijn ook een sauna, speelzalen, karaoke, eten, massages, tv, ..., voorzien. De grotere onsen hebben daarenboven ook nog gemeenschappelijke of gescheiden rustzalen waar je voor een prikje kan overnachten op zetels, tatamimatten met futons (japanse matrasjes) of soms zelfs bedden.

Goed uitgerust waren we de volgende dag klaar voor de tocht naar het uiterste Noorden van Honshu. Osorezan op het Shimo-kita schiereiland is een gevreesde plaats onder de Japanners.
Er is een tempel en opnieuw een meer. Aan de tempel is een kerkhof waar de zielen van de overleden grootouders rondzwerven. (Althans dat is wat de Japanners geloven). Door de hoge concentratie sulfer stinkt het daar verschrikkelijk naar rotte eieren, en groeit en leeft er niets. De omgeving rond de tempel en het kerkhof heeft veel weg van een maanlandschap en dus onmogelijk gezellig te noemen, maar wel indrukwekkend. Moeilijk te beschrijven met woorden dus ik verwijs jullie door naar foto's.

Ook dit was een geslaagde dag, die eindigde in Hachinohe, met een heerlijke kaisendon-maaltijd (rauwe vis met ei op warme gekookte rijst) en daarna opnieuw liggen weken in onsen om dan heerlijk in een diepe slaap te vallen.

Voor we het goed en wel beseften was onze reis al over halfweg en de auto-rijden-vermoeidheid nam toe. Ik had de voorbije twee dagen iets minder dan 1000km in de benen, wat niet zo heel veel lijkt, maar vaak langs smalle en kronkelende bergwegen waar je niet sneller kan dan 40km/u betekent dit eindeloos veel uren in de auto.

Dinsdagochtend verlieten we Hachinohe om terug te keren naar Morioka. Daar bezochten we het beroemde melk-, ijs-, en boterboerderij. Voor een Belg opgegroeid in een klein dorp tussen koeien en weiden was dit niet speciaal, maar Japan zou Japan niet zijn, moest de randanimatie niet perfect zijn. Ik heb me die dag voor het eerst ooit gewaagd aan Japans boogschieten. Van de 8 pijlen, waren er 5 op het bord, wat ik dus persoonlijk een geslaagde poging vond, en ik vond het nog tof ook! Helaas waren de laatste dagen redelijk zwaar waardoor ik met spijt in het hart het stuur moest doorgeven aan Tantan.

De laatste dag stond de kust Sanriku (三陸海岸) en het eiland Matsushima op het programma. Wat pech met het weer werd dit een natte dag. Maar daarom niet minder plezant. De grillig gevormde kust door de kracht van de zee is onvoorstelbaar.
Ver genoot een Belgisch Orgel Museum onderweg, voorzien van Belgisch bier en wafels, onze nieuwsgierigheid, alhoewel het niet zoveel voorstelde.
Al gauw werd het avond en na een kort ritje door Sendai-city en een lekkere maaltijd koeietong, namen we doodmoe de trein terug naar Tokyo. Het waren 4 prachtige dagen geweest.

Mijn laatste reis zat er op en de laatste week van 365 dagen Japan brak aan. Deze heb ik al shoppend, etend en drinkend met vrienden doorgebracht. De allerlaatste avond heb ik Japans-Belgisch bier gedronken en Japanse-Belgische frieten gegeten, om in de sfeer de komen. De avond daarna -al in België- heb ik de Belgische versie gegeten en goedgekeurd.

Oyasumi!
Dorien

No comments: